Jouster Skutsje

Het Jouster Skutsje is in 1923 gebouwd door Scheepswerf Van der Werff te Buitenstverlaat bij Drachten. Het was toen half afgebouwd. In datzelfde jaar werd het gekocht door Anne Groenveld die het schip in augustus 1924 in gebruik nam. Het kreeg toen de naam Oeral Thús (overal thuis), onder welke naam het altijd heeft gevaren.

Oerol Thús

De Oeral Thús heeft een tonnage van iets meer dan 50 ton. Om heel precies te zijn: 50,465 ton. De lengte over dek is 19,36 meter, over de waterlijn 17,95 meter, en de totale lengte is 20,13 meter. De breedte is 3,97 meter, de holte 1,24 meter en de diepgang 0,42 meter. Anne Groenveld vervoerde eerst turf en later terpmodder. Een motor heeft het schip nooit gehad. Het ging allemaal zeilend.

Nadat Anne Groenveld was overleden heeft zijn zoon, Meinte Groenveld, nog enige tijd alleen gevaren. Toen de tweede wereldoorlog uitbrak stopte echter het vrachtvaren en kreeg het schip een ligplaats in IJlst in de Dijkgracht aan het Sneekerpad.

Voor zover bekend heeft het schip nooit meegedaan aan het skûtsjesilen. In 1976 werd de Oeral Thús aangekocht door Kees Koehoorn uit Harlingen die het schip wilde opknappen, zodat hij ermee kon skûtsjesilen bij de SKS. Het was de bedoeling dat het schip de naam ‘Tjerk Hiddes’ zou krijgen en zeilteken ‘KK’ (Kees Koehoorn) zou voeren. De opzet van Kees Koehoorn ging echter niet door. In 1970 had de SKS besloten dat er niet meer dan veertien skûtsjes aan de wedstrijden mochten deelnemen. Koehoorn voelde er niets voor om te gaan zeilen bij de tegenhanger van de SKS, de IFKS.

Daardoor bleef het schip aan de kade in Harlingen liggen. In 1983 werd het schip gekocht en gerestaureerd door de heer Gerrit Roosjen uit Franeker. Het inmiddels behoorlijk verpauperde schip werd meteen naar de werf van Jentje de Jong aan de Oppenhuizerweg te Sneek gebracht, waar het grondig werd gerestaureerd. De restauratie werd financieel mogelijk gemaakt door sponsor Zeister Bouwbedrijf ZZB uit Zeist. Het zeilteken werd daarom toen een ‘Z’.

Tijdens de restauratie werden onder anderen de zwaarden, het roer en de mast vernieuwd. De mast werd 19 meter, aanzienlijk langer dan de oorspronkelijke mast. Het zeiloppervlak bedroeg maar liefst 186 vierkante meter. De eerste proefvaart vond plaats op 22 mei 1985 op het Sneekermeer, waar het werd gedoopt met een echte fles champagne. Gelukkig bleef de oude naam bewaard.

Op 30 en 31 mei 1985 deed de Oeral Thús mee aan zijn eerste wedstrijd: de Harlingen-Terschelling-race. Het schip behaalde de zesde plaats. Direct daarop volgend volgde op 1 juni de Oorlamrace (van Harlingen naar Vlieland). Ook daar behaalde het schip de zesde plaats. In 1986 won de Oeral Thús binnen de IFKS de B-klasse en ging over naar de A-klasse. In 1987 werd het schip met schipper A. Hoek kampioen in de A-klasse van de IFKS met zes eerste en één tweede plaats. In hetzelfde jaar werd de Bolkoppenrace en de Lemmer Ahoy wedstrijden gewonnen.

Er waren ook slechtere tijden. Op 2 augustus 1985 tijdens een zeilwedstrijd op het lJsselmeer in het kader van
Sail ’85 sloeg het schip in een ‘dikke pûster’ in de buurt van Lelystad om en zonk. Het schip werd geborgen en bij scheepswerf Draaisma in Franeker opgeknapt. Wel gingen er enkele originele spullen verloren. Dit was jammer, omdat het schip in die tijd tot één van de meest origineelste skûtsjes van Friesland behoorde of, zoals Gerrit Roosjen het zei: “Se’n twadde skip is der net yn Fryslên, dat sa origineel is alles wat der oan sitte moat sit d’r ek oan!”. Later, in 2003 is het schip nog een keer omgeslagen.

De kleuren waren zowel binnen als buiten weer in oude staat teruggebracht. Binnen waren de kleuren donkerbruin, houtkleur en roze en buiten bruin met zwart, terwijl de kont houtkleurig geel geverfd was. Tevens waren “de roef” en “de durk” weer zoveel mogelijk ingericht als destijds het geval was geweest.

De uitstekende zeilresultaten brachten de Stichting Skûtsje Haskerlân ertoe om begin 1988 onderhandelingen te beginnen met de heer Gerrit Roosjen om tot de aankoop te komen van de Oeral Thús, dit ter vervanging van hun toenmalige skûtsje ‘De Vlecke’. Deze onderhandelingen leidden tot aankoop van het schip onder een tweetal ontbindende voorwaarden: het onderwaterschip van het skûtsje moest in orde zijn én het schip diende te voldoen aan de eisen van de commissie Amels.

Nadat aan beide voorwaarden was voldaan, vond op zaterdag 19 april 1988 in Franeker de overdracht plaats vanwaar het schip nog diezelfde dag naar Joure werd gezeild. Toen moest er nog veel gebeuren. De IFKS zeilde immers al met dacron terwijl de SKS nog met katoenen zeildoek voer. Het eerste katoenen grootzeil werd gemaakt door Jan de Boer in Akkrum die het zeil in juni klaar had, zodat het schip tijdig (op 30 juli) aan de start verscheen in Grou.

De eerste wedstrijd leverde een achtste plaats op. Ook was het eerste seizoen direct al succesvol met een tweede plaats op de Veenhoop, een eerste plaats op de Lemmer en tenslotte een derde plaats in Sneek. In de eindrangschikking kwam het skûtsje, met Anne Tjerkstra aan het roer, op de zesde plaats.

Tot en met het seizoen 1999 heeft Anne Tjerkstra als schipper op de Oeral Thus gevaren. In totaal heeft hij met het schip in de reguliere SKS-wedstrijden 16 eerste plaatsen behaald, 15 tweede plaatsen en 14 derde plaatsen.

Eigenaar: Stichting Skûtsje Haskerlân
Domicilie: Joure
Bouwjaar 1924
Tonnage: 50
Lengte over dek: 19,30 meter
Breedte: 3,95 meter
Holte: 1,19 meter
Ledige diepgang: 0,38 meter
Maximaal zeiloppervlak: 178,2㎡
Ligplaats in Joure: De Kolk
NB. In de wintermaanden is het skûtsje práchtig verlicht! (foto: Spykerman)

“Het Jouster skûtsje is het meest forse skûtsje van de SKS-vloot. Hierdoor mag het volgens de meetformule ook de meeste vierkante meters zeil voeren. Bij een maximale hijshoogte van 16.30 meter is dit steeds weer een hele puzzel, maar het lukt!”